-
Bel voor gratis toets van uw zaak
085-4865262

CBR na rijden onder invloed?

Na rijden onder invloed krijgt u in de meeste gevallen ook te maken met het CBR. Naast de straf die u van de rechter of de officier van justitie krijgt, zal het CBR ook een maatregel opleggen.

Wanneer maatregel CBR?

Wanneer u een maatregel van het CBR opgelegd krijgt, is afhankelijk van de vraag of u beginnend bestuurder bent, welk alcoholgehalte er is vastgesteld en of er sprake is van recidive.

Wij hebben ervoor gekozen per categorie bestuurder en per geval aan te geven welke maatregel of onderzoek het CBR kan opleggen.

Maatregelen CBR voor beginnend bestuurders bij rijden onder invloed

Voor beginnende bestuurders (die minder dat 5 jaar beschikken over Nederlands rijbewijs) ziet de tabel er als volgt uit.

MAATREGEL

AAG (ademalcoholgehalte)

BAG (Bloedalcoholgehalte)

LEMA

220 – 350 µg/l

0,5 – 0,8 ‰

EMA

350 – 570 µg/l

0,8 – 1,3 ‰

Onderzoek rijgeschiktheid

> 570 µg/l

> 1,3‰

Maatregelen CBR voor ervaren bestuurders bij rijden onder invloed

Voor ervaren bestuurders (die langer dan 5 jaar over een rijbewijs beschikken) de tabel er als volgt uit.

MAATREGEL

AAG (ademalcoholgehalte)

BAG (Bloedalcoholgehalte)

LEMA

350 – 435 µg/l

0,8 – 1,0 ‰

EMA

435 – 785 µg/l

1,0 – 1,8 ‰

Onderzoek rijgeschiktheid

> 785 µg/l

> 1,8‰

Recidive en weigering bij rijden onder invloed

In geval van recidive of weigering ziet het in tabel er als volgt uit.

MAATREGEL

Ervaren bestuurder

Beginnend bestuurder

LEMA

*

*

EMA

  • De betrokkene in de afgelopen 5 jaar eerder een LEMA opgelegd heeft gekregen
  • Weigering medewerking alcoholonderzoek politie
  • De betrokkene in de afgelopen 5 jaar eerder een LEMA opgelegd heeft gekregen
  • Weigering medewerking alcoholonderzoek politie

Onderzoek rijgeschiktheid

  • Recidive binnen 5 jaar; tenminste twee maal rijden onder invloed van alcohol, waarvan tenminste eenmaal 88 µg/l of meer, oftewel 0,2 ‰.
  • Indien betrokkene in de afgelopen 5 jaar eerder aan een EMA heeft deelgenomen (laatste cursusdag bepalend!)
  • Recidive binnen 5 jaar; tenminste twee maal rijden onder invloed van alcohol, waarvan tenminste eenmaal 88 µg/l of meer, oftewel 0,2 ‰.
  • Indien betrokkene in de afgelopen 5 jaar eerder aan een EMA heeft deelgenomen (laatste cursusdag bepalend!)

 

Overige omstandigheden

Naast de hierboven genoemde gevallen, kunnen er ook andere omstandigheden zijn die reden geven tot het opleggen van een bepaalde maatregel, waaronder ook het geval dat zich een uitzonderingsgeval voordoet waardoor een zwaardere maatregel opgelegd dient te worden (zie ook de tabel hierna onder het kopje “uitzonderingsgronden”).

MAATREGEL

OMSTANDIGHEID

LEMA

*

EMA

  • Betrokkene heeft geweigerd mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede of derde lid, van de wet;
  • Indien betrokkene niet in aanmerking komt voor een (L)EMA omdat

          hij een ongeval heeft veroorzaakt waarbij een ander is gedood of zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen

          blijkt dat hij de Nederlandse taal onvoldoende beheerst

          hij in de afgelopen 5 jaar eerder aan een EMA heeft deelgenomen (laatste cursusdag bepalend!)

          er sprake is van een vermoeden van alcoholafhankelijkheid

  • Indien de uitslag van het onderzoek naar de rijgeschiktheid voor de betrokkene niet tot gevolg heeft dat het rijbewijs ongeldig wordt verklaard voor alle categorieën wegens alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, ook in het geval dat in de afgelopen 5 jaar betrokkene eerdere aan het alcoholslotprogramma heeft deelgenomen.

Onderzoek rijgeschiktheid

  • Indien betrokkene niet in aanmerking komt voor een EMA omdat

          hij de afgelopen vijf jaar al een EMA opgelegd heeft gekregen

          hij zich de afgelopen vijf jaar heeft moeten onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid wegens alcohol;

          hij naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt,

          dat het bij de politie bekend is dat hij regelmatig drogerende stoffen gebruikt.

 

 

Uitzonderingsgevallen

In sommige gevallen komt de betrokkene niet in aanmerking voor de maatregel die hij oorspronkelijk zou krijgen. De betrokkene krijgt in dat geval vaak een zwaardere maatregel. Wellicht heeft u in de hiervoor weergegeven tabel al enkele voorbeelden hiervan gezien. Hieronder vindt u per maatregel een beschrijving van alle gevallen waarbij de betrokkene niet in aanmerking komt voor de oorspronkelijk beoogde maatregel, en daarom een zwaardere maatregel zal krijgen. Per uitzonderingsgeval wordt tevens aangegeven welke maatregel het CBR dan aan de betrokkene kan opleggen.

Schorsing rijbewijs

Naast de hiervoor genoemde maatregelen kan de geldigheid van het rijbewijs worden geschorst. Het CBR is daartoe alleen bevoegd wanneer een onderzoek naar de rijgeschiktheid wordt opgelegd.

Artikel 5 van de Regeling bepaalt dat de geldigheid van het rijbewijs onder mee kan worden geschorst

  • indien bij een betrokkene, als beginnend bestuurder, een ademalcoholgehalte van 570 µg/l (of bloedalcoholgehalte van 1,3‰) of meer is geconstateerd
  • indien bij een betrokkene, als normaal bestuurder, een ademalcoholgehalte van 785 µg/l (of bloedalcoholgehalte van 1,8‰) of meer is geconstateerd
  • Daarnaast noemt de regeling nog als redenen voor schorsing dat de betrokkene een ademonderzoek heeft geweigerd, dat betrokkene ten minste 3 overtredingen art 8 WVW heeft gemaakt binnen 5 jaar, dat betrokkene het teveel strafpunten heeft voor zijn rijbewijs, en dat er tegen betrokkene proces-verbaal is opgemaakt tijdens het alcoholslotprogramma.

Volgens artikel 6 van de Regeling kan in al deze gevallen het rijbewijs worden geschorst, tenzij een educatieve maatregel wordt opgelegd, dan wel op andere gronden wordt afgezien van het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid. In de praktijk komt het er dus op neer dat alleen de geldigheid van het rijbewijs wordt geschorst indien een onderzoek naar de rijgeschiktheid wordt opgelegd.

Wanneer geen CBR maatregel?

In uitzonderlijke gevallen horen wij van cliënten dat het CBR geen maatregel oplegt. Omdat het CBR zelf geen beoordelingsvrijheid hierin heeft en op grond van de wet verplicht is om een maatregel op te leggen, is dit vaak alleen het geval wanneer de politie is vergeten om een mededeling ex artikel 130 WVW te doen bij het CBR. In dat geval raakt het CBR nooit bekend met uw aanhouding en kunt u geluk hebben dat u niet met het CBR te maken krijgt. Dit is echter meer uitzondering dan regel.

Terug naar homepage